|
|
Kritiek op de Nieuwe Bijbelvertaling
Voor en na de presentatie van de Nieuwe Bijbelvertaling
(NBV) eind oktober 2004 was de kritiek niet van de
lucht. In onderstaande bijdrage wordt bij twee punten van die kritiek nader
stil gestaan.
Op de NBV, die eind oktober
officieel gepresenteerd werd, is, zoals te verwachten viel, veel kritiek
gekomen. Nogal wat critici richtten hun pijlen op het feit dat uitdrukkingen
in het Nederlands die gebaseerd zijn op de bijbel (lees: Statenvertaling
of de op de Statenvertaling leunende NBG-vertaling
van 1951) in de NBV niet meer voorkomen. Wie weet
met de nieuwe vertaling op zak straks nog, zo luidt dan de kritiek, dat
bepaalde Nederlandse woorden, uitdrukkingen en zegswijzen aan de bijbel
ontleend zijn? Een in dit verband vaak genoemd voorbeeld is het woord 'kribbe'
uit het zogenoemde Kerstevangelie in Lucas 2 dat in de NBV
wordt vertaald door het woord 'voederbak'. Die kritiek zou inderdaad terecht
zijn wanneer het uitgangspunt van de nieuwe vertaling was geweest er vooral
voor te zorgen om de bijbel als bestaand Nederlands cultuurgoed te behouden
door Nederlandse woorden en uitdrukkingen die op de bijbel teruggaan zoveel
mogelijk onveranderd te laten zodat ze direct tot de bijbel als bron ervan
herleid kunnen blijven worden. Maar het Nederlands Bijbelgenootschap (NBG)
heeft echter niet gekozen voor dit wat 'archaïserende' vertaalprincipe.
En daar zit hem nu precies de kneep.
Vertaalprincipes
Bij de NBV is de keuze die
aan het vertaalproces vooraf ging gevallen op heel andere vertaalprincipes.
De belangrijkste twee daarvan waren: brontekstgetrouw en doeltaalgericht.
Simpel gezegd: zo dicht als mogelijk is proberen te blijven bij de oorspronkelijke
Hebreeuwse, Aramese of Griekse teksten of woorden (brontekstgetrouw) én
tegelijkertijd dit zo goed mogelijk proberen weer te geven in hedendaags
Nederlands (doeltaalgericht). Kortom: de nieuwe vertaling wil niet alleen
de oorspronkelijke teksten goed in de gaten houden maar ook de doeltaal:
'modern' Nederlands. Volgens deze vertaalprincipes is het logisch en noodzakelijk
dat staande bijbelse uitdrukkingen en woorden sneuvelen. Ter verduidelijking
nog even terug naar die eerder genoemde 'kribbe' uit Lucas 2 die in de
NBV
'voederbak' werd. Wat waren de overwegingen? Verhelderend bij dit voorbeeld
is wat een van de nieuwtestamentici van het NBG hierover
naar voren brengt (in: Lucht en leegte, NBG 2004,
blz. 54): "... het woord 'krib' of 'kribbe' is een oud Nederlands
woord waarmee een etensbak van dieren aangeduid wordt. Tegenwoordig zeggen
we 'voerbak' of, ietsje netter, 'voederbak'. Bij een presentatie die ik
onlangs hield over Lucas 2 in De Nieuwe Bijbelvertaling merkte iemand op
dat 'kribbe' toch een veel mooier woord was. Toen ik hem vroeg waaraan
hij bij dat woord dacht, antwoordde hij: 'aan het kerstfeest'. En dat is
nu precies waarom 'voederbak' een betere vertaling is: het ging Lucas er
niet om een romantische kerstvoorstelling te maken, maar om de harde werkelijkheid
te laten zien van een kind in een trog of een ruif".
Vertaalkritiek
Een heel ander punt van kritiek betreft die van
mensen die wel de door het NBG gekozen vertaalprincipes
delen, maar ongelukkig zijn met het resultaat ervan, zoals o.a. Nico ter
Linden. Hetzij omdat zij vinden dat een bepaalde vertaling te weinig of
geheel niet recht doet aan wat er oorspronkelijk stond, hetzij omdat ze
vinden dat een vertaling - hoewel niet per se 'fout' - toch teveel een
concessie is aan het hedendaagse Nederlands. Dus te doeltaalgericht en
te weinig brontekstgetrouw.
Deze kritiek zal echter altijd en overal gelden
voor elke vertaling of het nu de bijbel betreft of een ander boek. Dat
heeft ermee te maken dat vertalen altijd ook interpreteren is. Soms staan
vertalers bij een bepaald woord uit bijvoorbeeld het Hebreeuws in het Nederlands
meerdere woorden ter beschikking, die in onze taal kleine of grotere nuanceverschillen
bevatten. Als vertaler zul je dan een keuze moeten maken die een (vorm
van) interpretatie inhoudt. Hieraan ontkomt geen vertaling en hierover
zal ook altijd gediscussieerd blijven worden. Ook zonder dat er sprake
is van een verkeerde vertaling. In voorkomende gevallen koos de NBV
ter verduidelijking soms voor voetnoten. Zo onder andere bij Genesis 1
: 2 "... Gods geest zweefde over het water". De voetnoot bij dit vers in
de NBV geeft aan dat hier in plaats van 'geest' ook
'adem' had kunnen worden vertaald. Of 'wind', maar in dat geval kan het
hele zinnetje ook worden vertaald door "een hevige wind joeg het water
op".
Uiteraard is er nog heel wat meer kritiek op
de NBV geuit dan de twee hierboven naar voren gehaalde
aspecten. Zoals op de vertaling van de godsnaam met HEER
in plaats van de letters die er in de Hebreeuwse brontekst staan: JHWH
of op de gehanteerde volgorde van de Oudtestamentische boeken in de NBV:
waarom werd niet gekozen voor de oorspronkelijke Hebreeuwse volgorde. Om
me hier tot slechts twee voorbeelden te beperken.
De discussie over de NBV
en de daarbij gehanteerde en toegepaste vertaalprincipes is nog maar net
begonnen. We zullen er ongetwijfeld in de komende tijd nog wel heel wat
meer over horen, want de enige juiste vertaling bestaat nu eenmaal niet,
omdat vertalen hoe dan ook altijd ook interpreteren zal blijven en een
levende taal als het Nederlands zelf voortdurend aan veranderingen onderhevig
is.
©
JOHAN BLAAUW
naar begin |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|