www.
johanblaauw.nl

 
Artikelen
|
Recensies
|
Overwegingen
|
Columns
|
Gedichten
|
Varia
|
Sitemap
 

 

Hans Wiegel over Alexander Pechtold

Op een bijeenkomst van de Liberale Islamitische Stichting op 14 februari 2006 in Hengelo pleitte Hans Wiegel ervoor de opvattingen die je hebt uit te spreken met respect en tolerantie. “Je hoeft toch niet alles te zeggen.” Hij zei dat het dapperder is “om eigen heilige huisjes omver te werpen dan die van anderen. Discriminatie, opruiing, belediging en belastering van personen zijn verboden in onze wetten. Daarbuiten is alles geoorloofd, maar dat betekent niet dat het ook geboden is dat soort dingen te doen.”
In een vraaggeprek na afloop met journalist Ferry Mingelen lichtte hij zijn standpunt nog eens toe: “beledigen, mensen op hun hart trappen, dat moet je gewoon niet doen. Dat vind ik niet verdraagzaam”.
Heldere taal. Ook in de richting van Ayaan Hirsi Ali die een paar dagen eerder in Berlijn verklaarde dat het recht op vrijheid van meningsuiting het recht om te kwetsen inhoudt. Wiegel denkt daar dus anders over.
Van een politicus mag je consistentie in opvattingen verwachten. Wie de ene dag voor verhoging van bijv. de huursubsidie is maar een paar dagen later daar alweer tegen is, is niet geloofwaardig.
Toen Hans Wiegel vervolgens op 3 maart op een Groningse VVD-bijeenkomst sprak haalde hij uit naar D66 dat na de verkiezingen van 2007 “fijn buiten kan gaan spelen” (CDA en VVD zijn dan volgens Wiegel zo groot dat ze D66 niet meer nodig hebben om samen een regering te vormen) “en kereltje Pechtold kan als veilingmeester het laatste kaveltje van zijn partij afmijnen”. Ook noemde hij Alexander Pechtold  “Alexander de Grote” die dan weg kan “uit het vunzige Den Haag”.
Dat zegt de politicus die veertien dagen eerder beweerde dat het dapperder is “om eigen heilige huisjes omver te werpen dan die van anderen” en dat mensen beledigen niet verdraagzaam is.
Consistentie en geloofwaardigheid in de Nederlandse politiek anno 2006!

 © JOHAN BLAAUW

maart 2006

naar begin