Levensvragen
Je gaat op bezoek bij een oud en wijs iemand.
Hem of haar mag je één vraag stellen. Welke vraag zou jij
stellen?
Omdat niemand gelijk is aan een ander zal deze
vraag van persoon tot persoon verschillen. Natuurlijk wil iedereen het
liefst gelukkig zijn. Toch is daarmee niet alles gezegd. Om te beginnen
zal wat de een als geluk beleeft anders zijn dan wat een ander hieronder
verstaat. Vervolgens ervaart iedereen zijn ongeluk anders. Bovendien heeft
ieder zijn eigen manier om hierop te reageren. Waar de één
zal moeten leren los te laten, zal een ander juist in actie moeten komen.
De een zou wat meer naar zijn gevoel moeten luisteren, waar het voor een
ander geen kwaad kan zijn verstand eens te gebruiken. Kortom: bij ieder
ligt het accent anders.
'Hoe'- en 'waarom'-vragen
In haar boek Geest
& drift (Servire 1993) noemt Hanneke
Korteweg-Frankhuizen de vraag naar deze eigen manier: je levensvraag.
Je gaat op bezoek bij een oud en wijs iemand. Je mag één
vraag stellen. Wat is je levensvraag? Wat wil je het liefste leren?
Voorbeelden hiervan: hoe kan ik helemaal aanwezig
zijn in wat ik doe? Hoe breng ik mijn eigenzinnigheid samen met mijn wil
om deel uit te maken van een groter geheel? Hoe kan ik gewetensvol leven,
zonder alles wat ik prettig vind te hoeven onderdrukken?
Dit zijn voorbeelden van echte, levende vragen.
Zo'n levensvraag is niet bedacht. Die kun je ook niet bedenken. Zij komt
uit je innerlijk voort. Als je op zoek gaat naar het thema dat steeds weer
opduikt in je leven, herken je daarin je levensvraag. Het kennen van je
levensvraag kan een impuls tot creativiteit zijn en je op ongelukkige momenten
helpen je koers te hervinden.
Nu onderscheidt Hanneke Korteweg tussen
vragen die met hoe en vragen die met waarom of wat beginnen. Zoals: waarom
overkomt mij dit? Wat is de zin van mijn bestaan?
Van buiten naar binnen
Hanneke Korteweg vindt de 'hoe'-vragen
creatiever dan de 'waarom'- of 'wat'-vragen. Bij de 'hoe'-vraag ben je
bereid jezelf in te zetten en doe je een appèl op mogelijkheden
die je in jezelf hebt. Bij de 'waarom'- of 'wat'-vragen is dat vaak minder
het geval. Bij deze vragen lijkt het alsof je een antwoord van buiten verwacht
alsof een ander dan jijzelf de reden van je bestaan weet. Het leven lijkt
bij deze vragen meer te worden ervaren als iets dat moet, van buitenaf,
dan een wens, van binnenuit. Toch kennen ook deze vragen een eigen dynamiek.
Als de 'waarom'-vraag werkelijk gemeend is, kan uit deze vraag vanzelf
een 'hoe'-vraag tevoorschijn komen. De stap van waarom naar hoe is de stap
van buiten naar binnen. Als je die vraag stelt kan er van alles gebeuren
en kan alles wat binnen jou aan mogelijkheden ligt aangesproken worden.
Heeft dit ook met geloof te maken? Ik vind van
wel. Een criterium of iets met God te maken heeft kan zijn of iets ruimte
geeft en iemand helpt te groeien en te leven zoals zij of hij is. In hoeverre
iets vertrouwen verbreidt tegenover angst. Het vinden van onze levensvraag
kan hieraan een bijdrage leveren. 'Waarom'-vragen ombuigen in 'hoe'-vragen
- ook al kost ons dat soms veel tijd en energie - is zo'n proces dat ons
helpen kan ons zelfvertrouwen te laten groeien.
Je gaat op bezoek bij een oud en wijs iemand.
Hem of haar mag je één vraag stellen.
Hoe ziet jouw levensvraag eruit?
© JOHAN BLAAUW
naar begin |