Passie en Pasen
Wie het vergrootglas legt op het lijden en sterven
van Jezus van Nazareth zal het christendom al gauw een bloederige godsdienst
vinden. Wie erbij betrekt wat aan Goede Vrijdag voorafgaat en wat erop
volgt komt tot een andere conclusie.
Op Aswoensdag 2004 ging de film The
Passion of the Christ van Mel Gibson in
première. De film baarde ook in Nederland enig opzien. Mel Gibsons
verfilming toont in gruwelijke details Jezus’ laatste twaalf uur en werd
meer dan eens omschreven als “een orgie van geweld en bloed”.
Naar aanleiding van de film merkte een imam op:
hoe is het toch mogelijk dat een godsdienst zoiets bloederigs als uitgangspunt
kan nemen. Hij was overigens niet de enige die dat vond. Wie goed tot zich
door laat dringen wat in alle vier de evangeliën over Jezus’ laatste
twaalf uur wordt verteld kan niet ontkennen dat ook daar het vernederen
en martelen van Jezus niet van de lucht is. In die zin hebben Mel Gibson
en de hierboven aangehaalde imam beslist een punt: hoe verschillend de
evangeliën de accenten ook leggen, alle vier geven aan Jezus’ lijden
en gewelddadige dood een belangrijke plaats.
Ze eindigen echter niet met Jezus’ dood aan het
kruis. In alle vier de evangeliën gaat er het nodige aan vooraf en
volgen daarna nog de opstandingsverhalen. Deze opstandingsverhalen maken
dat wat ervoor verteld wordt over Jezus’ martelgang en dood niet ongedaan,
maar werpen er wel een ander licht op. Hoe zit dat?
Slachtoffer
Vaak stellen christenen het zo voor als zou Jezus
van Nazareth zijn lijden hebben opgezocht om een goddelijke belofte te
vervullen: gekomen om voor ons ‘het kruis’ te dragen. Tot die christenen
hoor ik niet. Wanneer ik de evangeliën lees en probeer tot me door
te laten dringen wat de schrijvers vertellen kan ik mij niet aan de indruk
onttrekken dat het lijden Jezus overkwam. Hij liep het op en werd “het
slachtoffer van mensen die hem kwijt wilden” (Kuitert). Zoals dat zoveel
mensen voor hem en na hem is overkomen. Ongewild.
In de verhalen over Jezus’ opstanding verbeelden
de evangelieschrijvers vervolgens hun geloof in Gods ja tegen de weg van
afzien van geweld die Jezus in zijn leven is gegaan. En impliciet daarmee
ook hun geloof in Gods neen tegen het gebruik van geweld en martelpraktijken
waarvan Jezus het slachtoffer werd.
De Franse antropoloog René Girard stelt
dat Jezus van Nazareth gedood werd omdat hij weigerde te doden. Want geweld
uitdrijven met behulp van geweld zag Jezus als het voortzetten van geweld.
Dus zag hij af van het gebruik van (tegen)geweld om de vicieuze cirkel
van rivaliteit en geweld te doorbreken. Tot zover - heel in het kort -
René Girard.
Ken Umbach, Head of Christ, Acryl
Pasen
Nu Pasen, het feest van de opstanding. De verliezer
aan het kruis blijkt geen verliezer in de gebruikelijke zin van het woord.
Met het beeld van de opstanding van Jezus Christus hebben de vroegste christenen
Gods ja tegen het leven van deze mens tot uitdrukking gebracht.
Met dit beeld interpreteerden de vroege christenen
als het ware Jezus’ leven en dood.
Zij interpreteerden daarmee Jezus’ gewelddadige
dood niet als een nederlaag van het recht en het leven maar als een overwinning
op onrecht en geweld. Wat dat betreft zegt het beeld van de opstanding
paradoxaal genoeg minder over wat er met Jezus na zijn dood gebeurde en
veel meer over zijn leven voor zijn dood, waar de strijd zonder geweld
voor gerechtigheid tussen mensen de kern van vormde.
Het is belangrijk dit vast te stellen om te weten
over wie het nu eigenlijk met Pasen gaat en wiens opstanding christenen
met Pasen vieren.
Jezus’ opstanding wordt hiermee ook de opstanding
van een even onverwachte als ongemakkelijke Messias. Want door Jezus van
Nazareth Messias, Christus, gezalfde, te noemen oefenen die eerste christenen
in feite kritiek op alle verwachtingen die zinderen van een overwinningsroes,
de nederlaag van vijanden of het eigen gelijk.
Zo zagen de eerste christenen in deze Christus,
deze opgestane, iemand die de vicieuze cirkel doorbrak van het beantwoorden
van geweld met geweld, van onrecht met onrecht. Daarmee werd de opstanding
van Jezus voor hen een door God gegeven mogelijkheid van een nieuw begin
zonder geweld. Deze ervaring hebben zij uitgedrukt en vormgegeven in het
beeld van de opstanding.
In dat opzicht zou je je bij wijze van spreken
kunnen afvragen of de liturgie van de christelijke kerken op Paasmorgen
niet vooruitsnelt op het geloof van wie er aan deelnemen.
Wie het vergrootglas legt op Goede Vrijdag, dus
op het martelen en kruisigen van Jezus van Nazareth, moet wel tot de conclusie
komen dat het christendom een bloederige godsdienst is. Wie wat voorafging
aan Goede vrijdag en wat erop volgde er ook bij betrekt komt tot een tegenovergestelde
conclusie, namelijk dat het christendom een godsdienst is die gebouwd is
op het neen van Godswege tegen zinloos bloedvergieten en daarmee een godsdienst
waar menselijkheid, humaniteit, het hart van vormt.
© JOHAN BLAAUW
Bovenstaande bijdrage verscheen in adRem,
remonstrants maandblad, van maart 2005
Zie ook de overweging: Passies
naar begin |