Vreemdeling na Auschwitz
Ook al leven we in de tijd van het beeld, zonder
woorden kunnen we niet. De beelden van het journaal zouden ons nauwelijks
iets zeggen zonder begeleidend commentaar. Of de foto's in de krant. Zonder
onderschrift kunnen we ze amper plaatsen.
Ook in onze onderlinge omgang kunnen we niet zonder woorden. Over woorden
gesproken: wat zouden we trouwens zijn zonder verhalen? In alle tijden
en culturen hebben mensen elkaar verhalen verteld. Je kunt zelfs zeggen
dat mensen elkaar niet alleen verhalen vertellen, ze leven er ook in.
Hoofd en hart
Zo beschikken verhalen over het vermogen ons te verleiden nieuwe wegen
te bewandelen in onze kijk op de wereld. Anders dan zuiver verstandelijke
argumenten, verenigen verhalen rede en emotie zodanig dat niet alleen het
hoofd maar ook het hart aangesproken wordt. Het verhaal waarbinnen wij
ons voorstellen te leven legt daarmee ook de betekenis van goed en kwaad
voor ons vast en bepaalt mede ons ethisch handelen. Anders gezegd: het
is dus niet onbelangrijk binnen welk verhaal wij ons voorstellen te leven.
Bij voorbeeld of dit verhaal in staat is vragen en twijfel aan te moedigen
of het dit juist uit de weg gaat of verbiedt.
Ware en valse verhalen
In zijn boek Vreemdeling na Auschwitz noemt
Darrell
J. Fasching verhalen die vragen welkom heten ware verhalen en
verhalen die vragen en zelfkritiek uit de weg gaan valse verhalen.
Fasching is docent religiestudies
aan de Universiteit van Zuid-Florida in Tampa. Zijn studie is een pleidooi
voor vernieuwing van onze traditionele ethiek. In onze beschaving heeft
deze ethiek haar zegen gegeven aan een moraal van onderwerping aan techniek
en bureaucratie. Hierdoor is zij ook niet in staat gebleken om de onderwerping
aan de demonie van het nazisme een radicaal halt toe te roepen. Na de holocaust
rust derhalve op christenen de verplichting alles opnieuw te doordenken
en te bespreken, gezien "hun falen om tijdens de Shoah de kant te kiezen
van hun joodse broeders en zusters".
Vreemdeling
Fasching doet dit door de oversteek
te maken naar de narratieve tradities van het jodendom. De nieuwe ethiek
die hij voorstaat draait om de vreemdeling. Beter gezegd: om de manier
waarop wij met de vreemdeling in ons midden omgaan. Volgens de auteur wortelt
de bijbelse ethiek immers in het gebod de vreemdeling welkom te heten.
Dit gebod komt maar liefst 36 keer voor in de Torah en "doet een beroep
op ons vermogen ons te identificeren met de vreemdeling".
In de vreemdeling ontmoeten we "iemand die juist door zijn of haar
verschillend- of anders-zijn onze identiteit ter discussie stelt". Een
beslissende toetssteen voor een authentiek geloof vindt Fasching
dan ook "onze bereidheid vreemdelingen en de twijfels die hun vreemde verhalen
teweegbrengen welkom te heten." Want het is de vreemdeling die voorkomt
dat wij geheel omsloten worden door een wereld van gelijksoortigheid. De
vreemdeling houdt onze wereld juist open naar het oneindige.
Vandaar dat hij het ophouden van gastvrijheid jegens de vreemdeling
de uiteindelijke maatstaf vindt om te beoordelen of een samenleving rechtvaardig
is of niet. "Want wanneer we de vreemdeling welkom heten, komt de heerschappij
van God nabij en worden alle dingen mogelijk."
Verschillende consequenties
Christenen, zo betoogt Fasching,
kunnen wat dit betreft veel leren van de joodse narratieve traditie van
religieuze moed en vermetelheid, die niet alleen vragen stelt, maar ook
bereid is zelfs God ter verantwoording te roepen. Want niets verdient ooit
onze absolute, onkritische loyaliteit, zelfs God niet.
Scherp laat Fasching zien hoe het
verhaal uit Genesis van Jakobs worsteling met de onbekende in jodendom
en christendom niet alleen verschillend wordt uitgelegd, maar ook totaal
andere consequenties heeft.
In de joodse traditie ligt de nadruk op een moedige relatie met God,
"een relatie van worsteling en discussie", waarbij de God van Jakob niet
wint "door de mens te verslaan, maar door de overwinning van de mens mogelijk
te maken. Israël betekent iemand die worstelt met God en mensen en
overwint".
In tegenstelling hiermee hebben de augustijns-lutherse tradities binnen
het christendom dit verhaal zo uitgelegd dat God de overwinnaar is en niet
zijn menselijke bondgenoot. Met als gevolg een algehele overgave van de
persoon aan God - "een overgave die uitloopt op onvoorwaardelijke gehoorzaamheid".
Hieraan verbindt de schrijver als conclusie dat "christenen na Auschwitz
hun traditionele ethiek van onvoorwaardelijke gehoorzaamheid los moeten
laten en opnieuw de moed moeten ontdekken van een geloof dat ieder gezag
ter discussie stelt, of het nu goddelijk of menselijk is".
Met zijn theologische ethiek van het welkom heten van de vreemdeling
draagt Fasching hier een diepgravend
en intrigerend ontwerp voor aan.
Een bemoedigend boek.
© JOHAN BLAAUW
Deze recensie werd eerder gepubliceerd in Trouw
van 3 augustus 1995
Darrell J. Fasching, Vreemdeling
na Auschwitz. Een nieuwe narratieve inzet in de christelijke ethiek,
De Horstink Zoetermeer, 1995
naar begin |