|
|
Christelijke lijdensmystiek
Aan de bijna niet te overziene reeks boeken die
maar blijven verschijnen over mystiek heeft Wilfried Hensen (zie foto),
emeritus predikant van de remonstrantse gemeente in Doesburg, er één
toegevoegd. Uit gemis. Over de vereenzelviging met Jezus in zijn lijden
en dood.
Juist dit aspect, wat Wilfried Hensen ziet als een
kernpunt van de christelijke mystiek, mist hij in veruit de meeste publicaties
over mystiek. Vandaar ook de titel van zijn boek: De gemeenschap met zijn
lijden, lijden en dood in de christelijke mystiek. Dat dit aspect niet
of nauwelijks aan bod komt vindt Hensen, ook historisch gezien, onterecht.
Want bij meerdere mystiek-begenadigden binnen de christelijke traditie
zien we wel degelijk een mystieke vereenzelviging met Jezus. Met name in
zijn lijden en sterven.
In zijn boek betoont Wilfried Hensen zich een
betrouwbare en goed gedocumenteerde gids door dit land van de 'christocentrische
mystiek'. Van een aantal mystiek-begenadigden wordt in deze publicatie
de christocentrische ervaringswereld geschetst. Om me tot enkele te beperken:
Simone Weil, Georges Rouault, Moeder Teresa, Basilea Schlink en Georges
Bernanos.
Het boek heb ik met veel plezier gelezen. Het
is helder. Vlot geschreven. Geeft te denken. Leerzaam.
Vraag
Toch laat het me ook met een vraag achter. In
het laatste hoofdstuk en in het postscriptum wordt tot twee maal toe Georges
Bernanos instemmend geciteerd, waar hij zegt dat wij 'werkelijk, zonder
het te weten, ons verdriet, ons lijden, onze eenzaamheid ... willen'. Inderdaad,
soms lijkt het er op. Komt dit nu ondanks onszelf of, zoals Hensen ons
voorhoudt, omdat we dat echt willen? Als ik denk aan mensen die ik ken
en die bijvoorbeeld lijden onder een ernstige ziekte of een groot verdriet
of wanneer ik denk aan verdriet van mezelf dan wil het er bij mij niet
in dat dit ook werkelijk gewild is. Of ben ik te weinig mystiek-begenadigd
om het zo te ervaren?
© JOHAN BLAAUW
Wilfried Hensen, De
gemeenschap met zijn lijden, lijden en dood in de christelijke mystiek,
Ten Have 1994
naar begin |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|