|
|
Het gevecht om de vijand
Emilio Castro, voormalig secretaris-generaal van
de Wereldraad van Kerken, zei ooit eens in een interview dat het in het
Westen een nog verre van geaccepteerd idee is, dat theologie in wezen een
worsteling met de maatschappij is om een antwoord te geven op vragen die
voortkomen uit het leven van de mensen in die maatschappij.
Bij het lezen hiervan moest ik denken aan het
boek van de - inmiddels overleden - Utrechtse remonstrantse predikant Wim
Overdiep: Het gevecht om de vijandmet
als ondertitel: bijbels omgaan met een
onwelkome bekende en met een voorwoord
van Prof. Dr. J. de Graaf. Want met deze studie van meer dan 250 pp. betreedt
hij het terrein van maatschappelijke discussies over zaken als o.a. polarisatie,
vijanddenken, racisme en gebruik van geweld.
Ik vind zijn boek een proeve van theologie zoals
theologie bedreven behoort te worden: analyserend en onthullend. Het is
een poging vijandschap, vijandbeelden, vijandigheid en wat daar mee samenhangt
te ontrafelen en in zijn kern bloot te leggen. Om met de vijand realistischer
te leren omgaan, 'om niet aan hem en aan onszelf maar aan de vijandschap
een einde te maken'. Hiertoe neemt de schrijver de lezer mee op een boeiende
tocht langs een heleboel maatschappelijke en bijbelse stations met een
weldadig aandoende zelfkritische ondertoon. De lezer achterlatend met een
aantal to the pointe vragen, wat misschien wel het beste antwoord
is dat vanuit de theologie op belangrijke problemen en ontwikkelingen gegeven
kan worden.
Horizontale en verticale vijandschap
Overdiep valt in het eerste het beste hoofdstuk
meteen met de deur in het huis van polarisatie en escalatie door dit op
een originele manier toe te lichten aan het geval Centrumpartij, zonder
overigens de argeloze lezer zelf buiten schot te laten. Hier ook voor de
eerste maal het wezenlijke onderscheid tussen horizontale vijandschap (tussen
partijen die aan elkaar gewaagd zijn, bijv. Oost en West) en verticale
vijandschap, n.l. die tussen onderdrukkers en slachtoffers (bijv. Noord
en Zuid, rijk en arm), meestal beschreven als onrecht. Dit is een van de
analytische hulpmiddelen die dit boek aanreikt om de werkelijkheid beter
te doorgronden. Onthullende theologie derhalve.
Na een hoofdstuk waarin vijand en tegenstander
onderscheiden worden en de wisselwerkingen tussen vijanden en tussen vriend
en vijand, tussen vijand en slachtoffer en tussen vijand en tegenstander
onder de loep worden genomen komen we bij de twee 'bijbelse' hoofdstukken
over de vijand in tenach resp. evangelie. Met aandacht voor de omstandigheden
waaronder en waarin deze geschriften zijn ontstaan, 'de situatie in Egypte
en in Babel, vanuit het gezichtspunt en de ervaringswereld van het onderdrukte
volk'. Zo passeren o.a. enkele psalmen, de geschiedenis van Saul, David
en Jonathan en enkele andere profetische teksten de revue. In het hoofdstuk
over de vijand in het evangelie komen o.a. de zgn. antithesen uit de bergrede
aan bod en het bekende gedeelte uit de Efezenbrief over het doden van de
vijandschap. Het bijbelse gebod de vijand lief te hebben blijkt geen aansporing
om het met hem maar op een akkoordje te gooien, doch integendeel een uitnodiging
hem op te zoeken en te 'promoveren' tot tegenstander.
Het is ondoenlijk in het bestek van deze boekbespreking
het vele dat Wim Overdiep naar voren brengt recht te doen. Mijn tocht met
zevenmijlslaarzen door zijn boek beoogt dat ook niet, het wil slechts een
beeld geven van wat een reis door dit boek kan opleveren. Dit geldt evenzeer
voor het vervolg dat bestaat uit hoofdstukken over de historische plaats
van de vijand (met een naschrift over de linkeroppositie in Praag 1968),
over het geweld (met een naschrift over de crisis der bestrijdingsmiddelen)
en over vijandsbeelden. Hierin wijst de auteur op de bitter noodzakelijke
taak van kerken 'om geleerd door het bijbels denken basisvragen op de agenda
te houden die politici en militairen steeds weer weigeren op de agenda
te plaatsen en verder om te waken tegen de ideologische heiligverklaring
van de eigen zaak en de demonisering van de vijand'.
Verzoening
Zo komen we bij het voorlaatste hoofdstuk 'Verzoening'.
Goede verzoening wordt hier geplaatst tegenover slechte verzoening en opgevat
als een weg ten leven, een weg waarlangs de vijand kan worden omgevormd
tot tegenstander en daarmee tot bondgenoot in spe. Verzoening als het niet
afschrijven van wie jou afschrijven. Dit hoofdstuk eindigt met een naschrift
over 'Het slachtoffer van vandaag - onderdrukker van morgen?' met enkele
fragmenten uit het dagboek dat de schrijver bijhield tijdens zijn bezoek
aan Israël in 1983. Het boek eindigt met een kort hoofdstuk over vrede
doen en vrede zijn: een 'pleidooi' om te leren opnieuw te wonen in wat
we zeggen, denken, voelen en doen.
Na een korte literatuurlijst, sluit een lijst
van vreemde woorden het geheel af. Geen overbodige luxe bij een boek dat
uiterst leesbaar in een mooie stijl met knappe woordspelingen geschreven
is, doch woorden als echtrofobie en echtrabel (angst voor de vijand resp.
in aanmerking komend om tot vijand te worden gemaakt) niet weet te vermijden.
Uit de toonzetting van het voorafgaande merkte
u al dat ik enthousiast ben over dit boek. Het inspireert, geeft nieuwe
gezichtspunten, stelt vragen bij gangbare (voor)oordelen, analyseert creatief,
geeft te denken en daagt uit.
Behartigenswaardige opmerkingen bijv. over het
verschijnsel polarisatie, 'het in een tijdig stadium aangaan, bespreekbaar
maken en oplossen van conflicten'. Nodig om escalatie, 'het uit de hand
lopen van niet tijdig onderkende of aangegane conflicten', te vermijden.
Escalatie die vroeg of laat zal optreden wanneer we terwille van de vrede
in horizontaal opzicht (dus onderling) de verticale spanningen (dus onrechtvaardige
verhoudingen) willen laten voor wat ze zijn. Hier worden uitdagende vragen
gesteld bij de wijze waarop we omgaan met tegenstellingen. Zijn we bereid
ze te ontrafelen en open te leggen of moffelen we ze weg en bakken we vrome
broodjes uit angst om kritiek op elkaar te (moeten) leveren 'vanwege het
mogelijke misverstand dat de kritiek de band tussen de partners op het
spel zet en zo de eenheid (welke eenheid trouwens? J.B.) verstoort?"
Wie het boek van Wim Overdiep op dit punt tot
zich door laat dringen ontdekt, dat er nog veel werk aan de winkel is om
deze onwelkome bekende gastvrij te kunnen onthalen als welkome tegenstander.
Als onmisbare figuur om ons te helpen ons eigen gelijk niet te verabsoluteren.
© JOHAN BLAAUW
Wim Overdiep, Het
gevecht om de vijand. Bijbels omgaan met een onwelkome bekende,
Baarn 1985
naar begin |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|