www.
johanblaauw.nl

 
Artikelen
|
Recensies
|
Overwegingen
|
Columns
|
Gedichten
|
Varia
|
Sitemap
 

 

Het geloof is er voor de mens

Wanneer een predikant of pastoor een boek schrijft met als titel Het geloof is er voor de mens en daarin de stelling verdedigt dat het geloof er niet is om mensen te kleineren, onvrij te maken of te belemmeren is dat weinig verrassend. Nogal logisch, zal onze eerste reactie zijn. Daarvoor wordt zo iemand immers betaald: om geloof te wekken of te versterken.

Anders ligt het wanneer de schrijver dit niet is, maar psychoanalyticus. Dan is er reden onze oren te spitsen. Een psychoanalyticus uit de school van Freud met zijn principiële godsdienstkritiek die het opneemt voor het geloof is geen alledaags verschijnsel. Toch bestaan ze. Eén ervan is Harry Stroeken (1940).
Samen met de theoloog Joop Smit schreef hij in 1993 het boek Lotgevallen. De bijbel in psychoanalytisch perspectief. Hierin lieten ze, ieder vanuit eigen discipline, het licht schijnen over zes oudtestamentische en zes nieuwtestamentische verhalen.
Dezelfde Stroeken schreef vervolgens Het geloof is er voor de mens. Natuurlijk weet hij maar al te goed hoe geloof mensen soms in hun psychische gezondheid kan bedreigen. Uit zijn eigen spreekkamer geeft hij daar voorbeelden van en laat hij zien, hoe belangrijk het is, dat een psychotherapeut voor geloofsvragen niet wegloopt. "De meest voorkomende 'behandeling' van godsdienst in psychotherapeutische context", zo veronderstelt Stroeken niet zonder reden, "bestaat in het vermijden van het onderwerp". Het zal duidelijk zijn dat dit geen oplossing is. Vandaar zijn boek.
Voor hem is een gelovige iemand die leeft in het kader van een kerk. "Daarin niet fanatiek is of veroordelend" en "erop vertrouwt dat de dingen in Gods hand zijn, al weet hij niet precies hoe. Iemand die in beginsel niet dom is of kleinmoedig, of meer dan gemiddeld neurotisch". Een normaal mens dus.
Het boekje begint ermee aan te geven hoe men psychologisch de beelden van God kan verstaan die gelovigen er op na houden. Ook al zegt de bijbel dat God de mens schiep naar Zijn beeld en gelijkenis, psychologisch vindt Stroeken het juist "om het omgekeerde te zeggen, namelijk dat de mens God schiep - en schept - naar zijn beeld en gelijkenis". Toch is daarmee niet alles gezegd.

Projectie
Er is ook een andere kant. "God is niet alleen een subjectieve constructie, een individuele projectie. Dat kan ook iedere ongelovige waarnemen. Hij wordt aangereikt in de taal, in muziek, in geschriften en in de woorden over Hem. Men vindt Hem niet uit, men hoort van Hem. Het geloof is ex auditu, uit het gehoor, van horen zeggen, zingen en vertellen".
Vervolgens gaat Stroeken in op de kritiek die vanuit de psychoanalyse is uitgeoefend op de godsdienst en toont hij met enkele voorbeelden aan dat het van belang is dat tijdens een analyse de belevingen aan en in de kerk wel besproken worden, maar zonder persoonlijke beoordeling van 'de metafysische kwestie' door de analyticus.
Moraal en schuld zijn de onderwerpen van de volgende hoofdstukken. De moraal komt ter sprake aan de hand van de pauselijke encycliek Veritatis Splendor door het waarheidsbegrip uit psychoanalyse en encycliek met elkaar te vergelijken. Is de moraal van deze encycliek er voor de mens? "Dat is zonder twijfel de mening van de paus en zijn getrouwen in Nederland. Maar persoonlijk vermag ik dat ... niet in te zien".

Schuld
Schuld definieert Stroeken als een conflict tussen daad of verlangen èn norm of ideaal. "Om van schuld te kunnen spreken op een reële manier, moet er sprake zijn van verantwoordelijkheid". Vandaar dat hij er niet voor voelt de mogelijkheid van schuld helemaal te ontkennen, want "dan neem je de mens iets wezenlijks af, namelijk de verantwoordelijkheid voor zijn daden". Schuld hoort, zeker wanneer men de dingen in het grotere verband ziet, tot "de condition humaine".
Het volgende hoofdstuk handelt over de zin van het leven, bij Freud persoonlijk en meer in het algemeen. Zin blijkt niet iets dat ondanks en bovenop een zinloos bestaan komt: "indien men zin moet geven aan zijn leven, heeft dat van zichzelf blijkbaar geen zin".
Het voorlaatste hoofdstuk gaat over "religie in psychotherapeutische context" en bevat aanwijzingen hoe het geloof in dit verband zinvol aandacht kan krijgen. In de slotparagraaf verwoordt de auteur zijn eigen verwachting. Mensen blijven zoeken, ook godsdienstig, omdat zij "in hun vergankelijkheid ergens willen aankloppen".
De genuanceerde en nuchtere toon van deze schrijver, die wars is van fanatisme en bekeringsdrift, maakt het boek extra sympathiek. Een welkome uitgave nu langzamerhand godsdienstige vragen niet langer taboe lijken in de geestelijke gezondheidszorg.

© JOHAN BLAAUW

Harry Stroeken, Het geloof is er voor de mens, Ambo Baarn 1995

Deze recensie werd eerder gepubliceerd in Trouw van 6 juli 1995

naar begin