www.
johanblaauw.nl

 
Artikelen
|
Recensies
|
Overwegingen
|
Columns
|
Gedichten
|
Varia
|
Sitemap
 

 

Een keerpunt in de vaderlandse geschiedenis

“De regering bevordert de ontwikkeling van de internationale rechtsorde.” Zo luidt artikel 90 van de Nederlandse grondwet. In de toelichting bij dit artikel staat dat hieronder bij voorbeeld ook de bevordering van de rechten van de mens valt. Voor het buitenlands beleid van achtereenvolgende Nederlandse regeringen is dit steeds een richtinggevend uitgangspunt geweest.

De Verenigde Staten van Amerika lijken sinds het aantreden van de regering van George W. Bush steeds vaker lak te hebben aan afspraken die in het kader van de internationale rechtsorde en het volkenrecht zijn gemaakt. Daarmee loopt ook het traditionele uitgangpunt van het Nederlandse buitenlandse beleid gevaar gezien de Nederlandse participatie aan Amerikaanse oorlogsmissies waarbij Nederlandse eenheden verplicht zijn bijvoorbeeld gevangen genomen Afghanen aan Amerika over te dragen.

Manifest aan het Nederlandse volk
Tegen deze achtergrond schreven Karel van Wolferen (universiteitshoogleraar aan de Universiteit van Amsterdam) en Jan Sampiemon (o.a. columnist van NRC Handelsblad) in oktober 2005 een manifest aan het Nederlandse volk. Ze gaven het de titel “Een keerpunt in de vaderlandse geschiedenis” mee. Reden voor hun bezorgdheid zijn de fundamentele veranderingen in de Amerikaanse politiek waarin zij grote gevaren zien en de manier waarop de Amerikaanse regering alles en iedereen om de tuin heeft geleid om de oorlog tegen Irak te rechtvaardigen, misbruik makend van de aanslagen van 11 september 2001. Hierdoor zijn “de Verenigde Staten veranderd in een volslagen onbetrouwbare en onberekenbare factor in de internationale verhoudingen”.
De schrijvers bezingen in hun manifest de lof van het Amerikaanse Atlanticisme en multilateralisme van de afgelopen eeuw. Toen stond het Westen “voor vrede, vrijheid en voor democratie. Samengevat: voor politiek fatsoen”.
Het unilateralisme van de huidige Amerikaanse regering heeft daar een eind aan gemaakt en de voormalige bondgenoten hebben een soort vazallen-status gekregen. “De regering-Bush heeft er geen geheim van gemaakt dat zij multilaterale raadpleging als hinderlijk beschouwt en kost wat kost wil vermijden.” De veranderingen die zich voltrekken en al voltrokken hebben worden in de visie van de schrijvers veel te weinig door politici en journalisten, ook in Nederland, als zodanig herkend. Vaak worden in de media feit en opinie niet meer van elkaar onderscheiden. Veel van wat de Amerikaanse en Britse regeringen zeggen “wordt door de media als feit geabsorbeerd”.
“Niet alleen de Amerikaanse media hebben jammerlijk gefaald om de politieke uitbuiting van de elfde september en de desastreuze gevolgen daarvan te duiden, met spaarzame uitzonderingen zijn de Europese tv-programma’s en de pers eveneens volslagen onbetrouwbaar geweest als gids voor de politiek geïnteresseerde burger.”

Europees antwoord
Na het voorafgaande zal het niet verbazen dat de schrijvers van dit manifest het niet bij deze kritiek willen laten. Daarom pleiten zij voor een helder Europees antwoord op deze ontwikkelingen. Hoe? “Door eendrachtig te verklaren dat Europa … blijft ijveren voor de handhaving van wat in het Handvest van de Verenigde Naties staat geschreven” en “afstand neemt van het idee van preventieve oorlog”, zoals tegen Irak. Zoiets zou een begin kunnen zijn van een Europees buitenlands beleid. “De rest van de wereld zit erop te wachten.” Ook van de Nederlandse regering verwachten de schrijvers in dit verband daadkracht.
Staat Nederland, zo vragen Van Wolferen en Sampiemon zich af, “klaar om deel te nemen in een Europese voorhoede die zich sterk maakt voor een zelfstandige Europese positie in de wereld en het begin van een eigen Europese buitenlandse politiek, of kiest het ervoor overgeleverd te blijven aan de luimen van een buitenlandse macht die stabiliteit heeft vervangen door grilligheid, politiek door fantasie en verzoening door geweld”? Door een actieve buitenlandse politiek kan de Nederlandse regering haar invloed aanwenden om te helpen de rechtsorde te herstellen die de twintigste eeuw Europa heeft gebracht.

Het manifest van Van Wolferen en Sapiemon is helder geschreven, soms een tikkeltje apodictisch, en breekt een lans voor de Nederlandse traditie om de ontwikkeling te bevorderen van het internationale recht, zoals neergelegd in artikel 90 van de Nederlandse grondwet, dat zij overigens niet noemen.
Het manifest is niet alleen van belang voor iedereen in Nederland die op welke manier dan ook politieke verantwoordelijkheid draagt maar ook voor elke Nederlander die de beginselen van de rechtstaat en het volkenrecht ter harte gaat.
Van Wolferen en Sampiemon vertolken een stem die in het huidige politieke debat ondergesneeuwd dreigt te raken. Ook daarom is hun manifest zeer welkom en verdient het brede aandacht en discussie.

© JOHAN BLAAUW

Karel van Wolferen en Jan Sampiemon, Een keerpunt in de vaderlandse geschiedenis, Meulenhoff Amsterdam 2005, ISBN 90 290 7698 4, € 7,50

naar begin